La Tour Ronde – Gervasutti Couloir

La Tour Ronde (3792m) – Gervasutti Couloir 350 meter (II 4)

Chamonix – 10 juni 2022

De zon schijnt, het is warm. We hebben een keer puur geluk met het weer. Het is onze eerste dag hier en gisteren sneeuwde het nog. In de middag pakken we de kabelbaan naar de Aiguille du Midi en lopen het ijstunneltje uit. Anne is hier nog nooit geweest, ze glundert en kijkt haar ogen uit. Het ene moment sta je nog in Chamonix, een half uur later sta je op een sneeuwgraatje op 3800 meter met een afgrond van 1200 meter naast je. Dat doet iets met je. We lopen rustig het graatje af en staan niet veel later op de gletsjer.

Onze rugzakken zijn zwaar. We hebben eten voor twee dagen en een tent bij ons. We lopen langs de indrukwekkende oostwand van de Mont Blanc du Tacul naar de Combe de Maudit. In het begin zijn hier nog wat gletsjerspleten, maar niks lastigs. Even later wordt de gletsjer vlakker en snel vinden we een geschikte plek om de tent neer te zetten. We smelten sneeuw om te koken en genieten van een betoverende zonsondergang. Hier zie je geen sporen van de bewoonde wereld en onze telefoons hebben geen bereik.

Voor La Tour Ronde hoeven we niet vroeg op te staan. We ontbijten en wandelen rustig naar de randspleet onderaan het Gervasutti Couloir. Aan de linkerkant kan ik er eenvoudig langsklimmen en zeker ik Anne omhoog. Het is een mooi couloirtje en prima als een acclimatisatietocht. Het couloir eindigt op een smal sneeuwgraatje boven de noordwand. Je traverseert het bovenste deel van de noordwand en komt dan bij een rotsband uit. Deze volg je naar links, dan een stukje sneeuw omhoog en dan nog een paar meter rots naar de Madonna op de top. Hier viel mijn mond open van het uitzicht. Je kijkt recht uit op de zuidoostwand van de Mont Blanc, in breedbeeld! Zelden heb ik zoiets moois gezien.

We eten en drinken wat op de top, maken foto’s en kletsen met een paar jongens die net de noordwand beklommen hebben. Daarna dalen we af via de Ordinary Route. Zo zien we tijdens de afdaling nog een andere kant van de berg en dat is natuurlijk interessanter dan dezelfde weg naar beneden volgen. Het duurt wel wat langer, zeker ook omdat we op de gletsjer terug naar de tent vanwegen spleten met een ruime boog om La Tour Ronde heen moeten.

Van een afstand zien we onze tent plat liggen. We snappen niet wat er aan de hand kan zijn, maar hij ligt echt plat. Eenmaal terug bij de tent bleken de haringen door de warmte los te zijn gesmolten en een windvlaag deed de rest. Gelukkig is alles nog heel en zijn we niks kwijt.

Mont Blanc du Tacul – Chèré Couloir

Triangle du Tacul (3970m) – Chèré Couloir 350 meter (II 4)

Chamonix – 4 februari 2022

Nadat ik een aantal dagen met Sigurd in de Ecrins had geklommen leek het erop dat het weer in Chamonix beter zou worden. We besloten de gok te wagen en reden die kant op met het idee om het Chèré Couloir te gaan beklimmen. Hij heeft nog nooit een alpiene tour in de winter geklommen, dus dit zou een mooi toetje zijn.

Halverwege de middag kwamen we in Chamonix aan en gingen op onderzoek uit. Eerst naar het OHM om inzicht te krijgen in de huidige condities. Maar deze was gesloten en ging pas om 15 uur weer open. Dan door naar het kabelbaanstation om te informeren naar de vertrektijden. De laatste lift omhoog ging om 15 uur, het was inmiddels 14:30 uur. De eerste de volgende ochtend om 8:10 uur en de laatste naar beneden om 16:30. Volgens een medewerker zouden de condities op de gletsjer wel mee kunnen vallen, omdat het hard waaide tijdens de laatste sneeuwval en de gletjser zodoende redelijk schoongeblazen zou kunnen zijn.

Mooi op tijd

Het tijdschema voor de dag is strak. Daarom wilden we er zeker van zijn dat we de eerste lift zouden hebben en besloten we om er ruim op tijd bij te zijn. Dat lukte. Om 7:15 uur bleken we de eersten te zijn. Met een broodje en koffie to go in de hand was het prima wachten. De lift ging op tijd en om half 9 stonden we op 3800 meter in het ijstunneltje voor een klaphekje dat nog minder is dan die van de lokale supermarkt. Het graatje naar de Mer de Glace is in de winter voorzien van touwen en zo kun je snel en veilig afdalen. Op de gletsjer gingen we aan het touw, hoewel de spleten allemaal netjes dicht waren. De liftmedewerker bleek gelijk te hebben en we konden flink doorstappen.

Leuk klimmen

De randspleet bleek een eitje en Sigurd klom vlot de 45/50 graden stijle sneeuwflank naar de eerste standplaats. De condities in het couloir bleken echt perfect en het klimmen was leuk en afwisselend. Het enige vervelende was dat het erg koud was op de standplaatsen. Het was ongeveer -10 graden en regelmatig waaide het stevig. Een dikke donsjas tijdens het zekeren was een must. Na de stijle lengtes was het tijd om ab te seilen en niet lang later stonden we weer onder de randspleet. Snel wat eten en drinken en snel weer richting het kabelbaanstation. Als we doorlopen kunnen we de laatste lift nog halen en besparen we ons een vervelende nacht in het kabelbaanstation. De terugweg bleek zoals zo vaak weer zwaarder dan verwacht. Te weinig eten en te weinig drinken zorgde voor een laag energieniveau. Gelukkig waren we wel op tijd en hadden we nog 10 minuten over. Een half uur later waren we terug in Chamonix en konden we weer bijtanken.

Grande Aiguille de la Bérarde – Granitude

Grande Aiguille de la Bérarde (3421m) – Granitude en Noordwestgraat 500 meter + 450 meter (6a D+)

La Bérarde – 22/23 augustus 2020

Zaterdag 22 augustus 

Nadat we een paar dagen rust hadden gehad na ons avontuur op de Tête des Fétoules waren we klaar voor een volgende tocht. We hadden ons oog laten vallen op de Grande Aiguille de la Bérarde. Een berg die vanuit het dal weinig aansprekend op een vormeloze pudding lijkt, maar van een afstand toch wel een serieuze berg is.

De route waar we voor kozen was Granitude, 15 touwlengtes tot op de noordwestgraat en dan de graat volgen naar de top.

Bivak

Om ‘s ochtends kostbare tijd te besparen kozen we ervoor om alvast een stukje omhoog te lopen en daar te bivakkeren. Na een uur en een kwartier kwamen we om 17:30 uur aan op een geschikte plek en daarna hadden we nog mooi tijd over om het eerste deel van de aanloop te verkennen. Het was onoverzichtelijk terrein, heel veel losse puin waar slechts heel vaag een af en toe een spoor in viel te ontdekken. Na wat extra steenmannetjes te hebben gemaakt keerden we terug naar onze bivakplek. We zorgden goed voor onszelf met heerlijke pastasalade, stokbrood met kaas en salami en wat rode wijn.

Om 20:15 uur was de zon weg en koelde het snel af. Tijd om in de slaapzak te kruipen en uit te rusten voor de volgende dag.

Veel bewolking

Zondag 23 augustus 

05:30 uur wekker – bewolkt

06:00 uur Nog steeds bewolkt. Kwartier in de gaten gehouden en soms leek het dunner te worden. Alleen voor de aanloop al hebben we goed zicht nodig. Veel twijfel. Wat een rotsport is dit toch. Besloten om toch te gaan kijken. Als het zicht te slecht is kunnen we altijd nog omkeren.

06:45 uur Vertrek – Nare aanloop met het oversteken van twee lawinegeulen vol met puin. De tweede moest je eerst zo’n 30 meter door de rotsen omhoog klimmen voor je hem kon oversteken. Tijdens de aanloop hing de bewolking nog steeds laag waardoor het routezoeken lastig was. Gelukkig trok precies op het juiste moment de bewolking op waarop we besloten om door te gaan. Game on!

Slecht zicht tijdens de aanloop

08:30 uur Start klimmen. Ik de eerste lengte, waar Minke tijdens Alpien+ viel en haar pols brak. Dit zat steeds in mijn hoofd. Niet vallen! Afgeronde grepen, matige afzekering, niet moeilijk klimmen maar je moest toch netjes klimmen om niet te vallen. Pffff, die lengte is voorbij. Het drama van destijds kan ik achter me laten en me richten op de rest van de route.

Daarna om en om voorgeklommen. Martin kwam uit bij de 6a-lengte. Je moest links om een hoek klimmen (lastig en gelijk voorlopig de laatste tussenzekering) en daarna 6 meter plaat tot de volgende tussenzekering. Daarna nog zo’n stukje maar dan wat makkelijker.

Martin in het onderste deel van de route
Jeroen in het onderste deel

Zes lengtes tot op de pijler en daarvandaan wordt het minder steil en makkelijker. Je kunt al snel de topgraat zien, al is dat nog een eind weg. Je kunt hier overal wel klimmen, maar het is toch fijn om de geboorde standplaatsen te vinden. Aan kort touw regen we de lengtes aaneen en de eerste standplaatsen vond ik redelijk makkelijk. Daarna werd het onoverzichtelijker en stopte ik 5 meter onder een relais 🤣 Martin klom de laatste leuke lengte naar de graat.

Het eindpunt op de graat in zicht (spot de klimmer)
De laatste lengte naar de graat

De noordwestgraat

14:30 uur Korte pauze en touw opnemen.

Van daar weer aan kort touw en via verschillende torens naar de top(pen). Martin liet nog een gele cam vallen, maar die kon ik gelukkig terughalen. Al met al is dit nog een flinke verlenging ten opzichte van alleen Granitude klimmen en het duurde dan ook langer dan verwacht voor we de top bereikten. Wel absoluut een aanrader om het op deze manier te doen. Zo wordt het een echte alpiene onderneming, in plaats van een multipitch die je weer abseilt. Uiteindelijk bereikten we om 18:00 uur de top.

Noordwestgraat
Noordwestgraat
Nog een klein stukje
Summit!

18:15 uur Begin afdaling. Gelijk de eerste steenman onder de top. Veel afklimmen, snalle bandjes volgen, steenmannen zoeken, puinhelling oversteken, enz. enz. enz. Kortom, kutterrein. Een keer stapte ik op een groot (150x80x60?) rotsblok dat gelijk naar beneden schoof. Ik viel achterover en Martin kon nog net opzij springen. Dat had heel anders kunnen aflopen 😱

Het begin van de lange afdaling
Veel geitenpaadjes met op de juiste plaatsen steenmannetjes

21:15 uur Einde puinbak en vlak daarna vonden we het pad terug naar het bivak. Maar ook dat ging nog steeds niet makkelijk met glijpartijen en steile stukken.

21:45 uur Bivak Snel stokbrood met salami eten, nog wat water drinken en tassen inpakken.

22:00 uur Vertrek

23:00 uur Camping

Tête des Fétoules – Zuidpijler

Tête des Fétoules (3459m) – Zuidpijler 500m (TD max 6a)

La Bérarde – 18/19 augustus 2020

Als je het dal richting La Bérarde inrijdt is de eerste berg met een gletsjer die je voor je ziet, de Tête des Fétoules. Een berg die er om vraagt om beklommen te worden. Maar natuurlijk niet via de normaalroute, we zijn hier voor avontuur. Ons oog is gevallen op de zuidpijler.

BIVAK

We parkeren de auto langs de weg, hangen onze rugzakken om en dalen 150 meter af naar de rivier. Balen, want we weten dat we dit morgen aan het einde van de dag weer omhoog moeten. Als we de brug over zijn begint het pad weer te stijgen. In het begin vlot tot we voorbij een paar gebouwen zijn. Daarna wordt het pad vlakker en lopen we door een prachtig dal. Als we voorbij de hut zijn slingert het pad zich weer omhoog en winnen we snel hoogte. Na drie uur lopen vinden we op 2323 meter hoogte een geschikte bivakplaats voor de nacht. Een mooie vlakke plek op de splitsing tussen de afdaling over de normaalroute en de aanloop naar het begin van de zuidpijler. En het uitzicht is prachtig!

EEN HALF ONTBIJT

Als om 5 uur de wekker afloopt hebben we nog maar 1 ontbijt over. ’s Nachts heeft een vos de andere gestolen. Niet echt een probleem, want het overgebleven ontbijt bleek voldoende voor ons beiden. Een uur later vertrekken we richting de instap. Doordat de gletsjer, of wat daar van over is, zoveel kleiner is dan vroeger moeten we lang over puinhellingen omhoog lopen. Alleen direct bij de instap treffen we nog een klein sneeuwveld aan. Op onze stijgijzers klimmen we snel omhoog en verwisselen we onze schoenen voor onze klimschoentjes.

EEN PITTIGE START

De instap is anders dan verwacht. Wat we verwachten was een eenvoudige lengte naar de graat van de pijler. Nu staan we in een soort couloir, met links en rechts een spleet. Het meest logisch lijkt links, de meest directe lijn naar de graat. Maar het ziet er lastig uit. Martin kiest voor de rechter variant. Het gaat niet van harte. Is het de kou? Zenuwen? Of is het gewoon moeilijk? Na een meter of 25 roept hij ineens dat hij stand heeft gemaakt. Ik klim het snel na. Martin was niet zeker van de route en wilde overleggen. We kiezen voor een traverse naar links en ik neem het over. Het blijkt gelijk erg lastig te zijn. In een onhandige houding plaats ik een friend in een wijd uitlopende spleet waar ik niet goed zicht op heb. Mijn linker arm begint licht te verzuren. Snel plaats ik boven de friend een nut, omdat ik niet zeker ben van de friend. Om mijn linker arm te ontlasten vraag ik Martin om een blok. Zodra ik ga hangen schiet de friend uit de spleet en hang ik aan de nut. Pfff, lekker begin zo.

Het klimmen gaat nog iets omhoog en dan links wat schuin naar beneden. Ik waarschuw Martin dat ik er een kans bestaat dat ik ga vallen. Gelukkig gebeurt dat niet en klim ik de lengte verder zonder problemen uit. Helemaal enthousiast van mijn avontuur kom ik aan op de graat. We zitten goed! Maar mijn armen zijn volledig verzuurd en dat is geen lekker idee als je nog een kleine 500 meter moet klimmen…

HET DERDE RESSAULT

We hadden verwacht in het onderste deel aardig wat aan lopende zekering te kunnen klimmen. De praktijk was anders en we moesten alles uitzekeren. Er volgden (veel) meer vijfde graads lengtes dan we uit de oude Rebuffattopo hadden gehaald. En de moeilijkste lengtes moesten nog komen op het derde ressault. Voor ressault bestaat voor zover ik weet geen fatsoenlijk Nederlands woord. Het is een stijl stuk op een graat. Het derde ressault is 100 meter hoog en bevat de sleutellengtes. Aan de voet hiervan moesten we kiezen wat we zouden doen. Hier omkeren met een lastige afdaling voor de boeg of doorklimmen. Doordat het eerste deel veel tijd had gekost twijfelde Martin. Ik was echter enthousiast en wilde beslist doorklimmen, we hadden tijd genoeg. We besloten om door te gaan en Martin begon aan de moeilijkste lengtes van de dag.

De rots hier was verrassend goed en het klimmen was echt mooi. Het routezoeken is niet eenvoudig. Af en toe vinden we een oude mephaak en weten we dat we nog goed zitten. De volgende lengte is de mooiste van de hele route. Een prachtige 6a spleet. Echt fantastisch!

KRAMP

De inspanningen van de vroege ochtend breken me op. Ik krijg last van kramp in mijn vingers. Zodra ik iets vast wil pakken flapt mijn vinger in een haakse bocht. Met mijn andere hand moet ik dan die vinger weer recht buigen. Om 5 seconden later weer in de kramp te schieten. Het klimmen kost me hierdoor flink moeite en klimmateriaal verwijderen is echt lastig. Laat staan om materiaal te plaatsen. Ik moet het voorklimmen aan Martin overlaten. Soepel rijgt hij de lengtes aan elkaar. Na een paar lengtes gaat het iets beter en Martin biedt me aan om de volgende lengte voor mijn rekening te nemen. Het lijkt een eenvoudige schoorsteen. Zoals zo vaak ziet het er van onderen eenvoudiger uit dan het in werkelijkheid is. De schoorsteen is smal en de rugzak met pickel zit flink in de weg. Gniffelend komt ook Martin aan op de standplaats. Thanks dude ;-)

CUMBRE

Niet veel later staan we op de top van het vijfde ressault. Hier is een korte abseil en dan nog 100 of 150 meter simultaan klimmen naar de top. Dat is toch altijd een mooie beloning na een dag klimmen. Eindelijk kunnen we even zitten en hier eten we wat en drinken we mijn laatste water. Martin besloot halverwege de ochtend dat zijn water overbodig was en “gooide” zijn fles naar beneden.

De afdaling verliep zonder problemen. Eerst over de rotsen van de oostgraat tot we op de gletsjer kwamen. Daarna wisselde de gletsjer en puinhellinkjes elkaar af. Na de laatste sneeuwvelden was het buffelen over eindeloze puinvlaktes tot we eindelijk weer ons bivak bereikten. Hier konden we voor de tweede keer deze dag even zitten en bijtanken. We pakken onze spullen in en als het donker wordt beginnen we aan de twee uur en drie kwartier durende weg terug naar de auto. Mijn hoofdlampje was overdag in mijn rugzak aangegaan en nu is de accu leeg. Met behulp van het lampje op mijn telefoon vind ik de weg terug en om half een ’s nachts hebben we de 150 meter van de brug naar de auto ook weer achter de rug.

Kofler Couloir

30-10-2020 – Kofler Couloir +/- 140 meter (WI 1/3) – Klimpartner Martin Ophey

Nadat we gisteravond in het donker in het Pustertal (Dolomieten) waren aangekomen, besloten we om vanmorgen eerst een inklimmer te zoeken ergens langs de weg. Zo konden we makkelijk de condities inschatten en wisten we zeker dat we wat konden klimmen. De middag zouden we dan gebruiken om de condities van andere watervallen te bekijken.

Al snel ontdekten we het Kofler Couloir. Die zag er prima uit en we besloten om deze te beklimmen. We klommen in 3 lange touwlengtes. De eerste lengte voelde wel wat zwaarder dan de WI 3 die in het gidsje staat. Er waren geen sporen van recente beklimmingen in het ijs, waardoor er niks te hooken viel. Een leuk verschil met bijvoorbeeld de watervallen in Cogne. Ik heb deze lengte aan de linkerkant geklommen, over de steile delen. Stand maakte ik rechts in de rotsen. Daarna volgden we het ijs langs de rotsen. Hogerop werd het ijs steeds dunnen en aan het einde van de derde lengte was er meer water dan ijs en kwam ook nog de zon in de waterval. Een mooi moment om te gaan abseilen. Wij vonden de route interessanter dan wat je op basis van de waardering zou verwachten.

De brede waterval is het Kofler Couloir
Het einde van de eerste lengte
Een mooi moment om om te keren ;-)
Toppie!

Hidden Ice

10-01-2020 – Hidden Ice 140 m (III 5) – Klimpartner Martin Ophey

Nadat we ’s ochtends L’ago di Money hadden beklommen, liepen we iets terug naar Hidden Ice. Je kunt bijna op dezelfde hoogte blijven en zo heb je twee watervallen voor de prijs van 1 aanloop.

Er was al een touwgroep met de eerste lengte bezig, dus we konden mooi rustig aan doen. Volgens de topo is dat de tweede lengte. Maar de eerste lengte is zo makkelijk, die telt niet.

De eerste echte lengte begint naast een soort grot. Vanuit die grot kun je de voorklimmer zekeren. Ik nam de eerste lengte enthousiast voor mijn rekening. Eenmaal om de hoek gestapt bleek het toch weer steiler te zijn dan vooraf ingeschat. De eerste 15 meter zijn net geen 90° (wel goed ingehakt) en de volgende 15 meter iets minder steil. Na 40 meter maakte ik stand aan een abalakov.

Terwijl Martin naklimt, komt de eerste van de twee Fransen bij me staan na zijn eerste abseil. Hij bouwt zijn eigen abalakov voor de tweede abseil, dus ik heb verder geen last van ze. Alleen gaat hun tweede man al verder met abseilen als het touw nog niet eens helemaal is doorgetrokken. Toen hij een eind onder ons hing kwam het touw boven ons muurvast te zitten. Met geen mogelijkheid kregen ze het los. Ik bood aan om het voor ze los te maken als ik er langs kwam.

Dat losmaken bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De route loopt door een soort smalle kloof waarboven rotsblokken geklemd zitten. Het touw zat gewikkeld om losse stenen die op die rotsblokken lagen. Als ik daar aan zou trekken, dan zouden die stenen naar beneden vallen en de Fransen mogelijk raken. Via een omweg kon ik naar beneden klimmen en het touw loskrijgen. Iedereen weer blij.

Abseilen kun je dus het beste doen langs dezelfde weg waarlangs je omhoog geklommen bent, daar heb je de minste kans dat het touw vast komt te zitten. Verder is het een erg leuke route en zeker de atmosfeer van de tweede lengte.

Rustig voorbereiden
Het grotje
De eerste steile lengte
Mooi klimmen
En door!
Stand!
De tweede lengte
In het tunneltje
Het einde van de route
En natuurlijk een topfoto :-D