Inmiddels ben ik nu een week terug van mijn laatste trainingsweekend in de Alpen voordat ik met Wouter naar Alaska vertrek voor onze poging om de Denali te beklimmen via de Cassin graat.
Enkele weken geleden was de jaarlijkse contactdag van de CEAT in Zoetermeer. Daar sprak ik o.a. met Sam van Brempt, een enthousiast alpinist uit Belgie en deelnemer van het mooie MountCoach project. Ik wist dat hij samen met Joris van Reeth hetzelfde doel als wij voor ogen heeft in Alaska. We spraken af dat als de kans zich zou voordoen, we wel eens samen konden gaan klimmen. Die kans liet niet lang op zich wachten, en zo vertrokken Sam en ik een dikke week geleden naar Chamonix. Wordt dit de eerste internationale klimsamenwerking van de CEAT?
Woensdagavond reed ik naar Antwerpen om Sam op te halen en de volgende ochtend liepen we door Chamonix voor wat laatste inkopen en het weerbericht. Dat zag er goed uit! We werden er op geattendeerd dat de Nant Blanc wand op de Aiguille Verte er mogelijk goed bij lag. Twee paar ogen begonnen te fonkelen.
Om twee uur ’s nachts probeerden we wat te eten en te drinken alvorens we de afdaling richting de wand zouden maken. Overnachten kon prima in het kabelbaanstation van de Grand Montets, slaapzakken, matjes, brander en overige “overbodigheden” konden ’s ochtends met het eerste liftje mee naar beneden. Dat konden we later wel weer ophalen. We klommen zeer licht, ieder 2 liter water, 8 snacks, 1 bivakzak en 1 hoofdlampje in de rugzak, 1 paar ski’s voor de afdaling aan de buitenkant. Het mag duidelijk zijn dat we de wand in 1 dag wilden beklimmen. Onze route zou de British Route (Cohen/Collister, 1000m V 5 ED1) worden.
Al snel werd duidelijk dat de sneeuwomstandigheden net zo beroerd waren als dat ze de hele winter al waren geweest. De sneeuw had geen draagkracht en viel vaak onder je voeten uit elkaar. Hierdoor weken we vaak uit naar het ijs, dat keihard waterijs bleek te zijn. Het begin van de British Route lag nagenoeg droog, dus daar kozen we voor de klassieke Charlet/Platonov waarna we schuin rechts naar boven aanhielden. We klommen gelijktijdig, dus het schoot lekker op. Ook het dunne ijs op de stijle platen bovenaan de pijler van de British Route gingen nog simultaan.
Vanaf hier hebben we de route uitgezekerd waardoor het tempo omlaag ging. De sneeuw bleek steeds vaker een spelbreker en het harde ijs zorgde voor schreeuwende kuiten. Stijl ijs werd gevolgd door mooi mixed klimmen. Hier vond ik het eerste horizontale stukje in deze stijle wand, en ik maakte hier dankbaar gebruik van door Sam zittend na te zekeren.
Eenmaal aan het begin gekomen van de “echte” moeilijkheden, een aantal zeer stijle mixed lengtes in de topwand, kregen we in de gaten dat een beklimming hiervan in 1 dag waarschijnlijk niet zou gaan lukken. Het vooruitzicht om in die lengtes door het donker te worden overvallen, deed ons besluiten om verder naar links te traverseren en daar via iets gemakkelijker (4+) terrein naar de topgraat te klimmen. Daar konden we dan eenvoudiger een bivak inrichten.
Op dat moment was de lucht helemaal betrokken, ons wereldje bestond nog slechts uit een cirkel van 20 meter om ons heen. Helaas bleek het allemaal nog niet zo eenvoudig als gehoopt, de continue inzakkende sneeuw dwong ons zeer voorzichtig te klimmen. Uiteindelijk vond Sam een paar lengtes onder de topgraat een plekje dat misschien wel een bivakplekje zou kunnen worden. Na driftig gehak in het harde ijs hadden we een plateautje dat net groot genoeg was om naast elkaar te kunnen zitten. Met ski’s bouwden we een constructie die we opvulden met sneeuw, een bankje met een geweldig uitzicht was het resultaat. Een korte inventarisatie van het resterende eten leverde voor elk van ons nog 2 powergelletjes op en een slokje ijswater. De gelletjes werden bewaard voor de volgende dag. Bij temperaturen van -15 graden bleek het een koude nacht in onze bivakzak.
Het voordeel van het gebrek aan eten is dat je ’s ochtends snel kunt gaan klimmen, je hoeft geen tijd te besteden aan het ontbijt. Vanaf de bank kon ik Sam zekeren, een luxe positie in een wand die een gebrek heeft aan horizontale plaatsen.
Aan het begin van de middag bereikten we eindelijk de topgraat, we klommen de zon tegemoet. Het ging naar links over de graat naar de top van de Aiguille Verte, de beloning was groot. Het uitzicht van deze fantastische top is overweldigend. De Grandes Jorasses, de Grand Charmoz en de Mont Blanc, ze lijken allemaal binnen handbereik.
De afdaling ging via het Whymper Couloir. Ik heb geprobeerd het aantal abseils te tellen, maar na 10 raakte ik de tel kwijt. Ik schat het aantal op 17. Daarna de ski’s onder de D-schoenen (en weer op de schouder en weer onder de schoenen…) voor de afdaling naar Montenvers. De klim naar Montenvers bleek officieel gesloten te zijn, er lag een heel dik pak sneeuw op het pad. Natuurlijk hield dat ons niet tegen, maar wederom ging het tempo omlaag. Rond middernacht bereikten we, volledig uitgeput, het station en we vielen op een bankje in slaap.
Bekijk voor een impressie het volgende filmpje
[pro-player width=”425″ height=”260″]http://www.youtube.com/watch?v=hYm2-YOxI6U[/pro-player]