Overig
Mont Pelvoux – Noordgraat
Mont Pelvoux (3943m) – Noordgraat Pointe Puiseux (D+, IV, 5+ 1100m)
Ailefroide – 29 juli 2018
Matig weerbericht
Martin en ik vertrokken naar de Ecrins met een matig weerbericht. Matig, want er werd bijna dagelijks avondonweer voorspeld. Eenmaal aangekomen in Ailefroide lieten we er geen gras over groeien. De komende twee dagen leken de beste dagen van de komende week te worden om een grote route te klimmen. We hadden onze ogen laten vallen op de noordgraat van Mont Pelvoux. Geen tijd om te acclimatiseren, maar gelijk aktie!
We pakten onze rugzakken in met klimmateriaal, bivakmateriaal en eten voor een avond en een dag. Achteraf hadden we beter iets meer eten in kunnen pakken, maar dat is een koe in z’n gat kijken.
Een knuffel in het bivak
Met de auto rijden we ’s middags naar Pré de Madame Carle (1874m) en lopen in anderhalf uur naar het bivak Balmes de Francois Blanc (2445m). Vanaf de morene hebben we mooi zicht op Mont Pelvoux en de route van morgen en we bestuderen het nauwkeurig. Het routeverloop bovenin is namelijk niet eenvoudig. We eten nog wat en onder de ondergaande zon genieten van wat meegebrachte wijn. Bij het uitrollen van mijn slaapzak valt er ineens een knuffeltje van Ilse uit. Die was ze al een jaar kwijt!
Steenmannen op de Glacier Noir
Als om 3 uur de wekker afloopt zijn de toppen van de Ailfroide, Pic Sans Nom en Mont Pelvoux in de wolken. We maken ons er geen zorgen om en als we om 4 uur vertrekken zijn ze allang verdwenen. Een halfvolle maan en heldere sterrenhemel vergezellen ons als we de Glacier Noir oversteken. Steenmannen wijzen ons de weg en zonder problemen beklimmen we via een sneeuwveldje de rotsband met watervallen.
Toch een lange dag
Om 6 uur staan we onderaan de noordgraat en beginnen te klimmen. Het onderste deel is eenvoudig klimmen. We klimmen aan lopende zekering. Eigenlijk is het meer simultaan soloklimmen aan een touw, want tussenzekeringen zijn bijna niet (zinvol) te plaatsen. Veel rots ligt los, maar toch voelt het niet onzeker. Het gaat soepel en vlot. Als het zo door gaat zijn we in no time boven. Het grote ijsveld zijn we voorbij, het routeverloop is duidelijk. We klimmen veel op de graat en volgens een topo die we op internet hadden gevonden moeten we rechtsom de rode toren. Maar hoe we ook ons best doen, rechtsom is geen optie. We besluiten linksom te klimmen. Dat gaat goed, maar de flow is weg.
Vanaf hier wordt de wand flink stijler en wordt het routezoeken een stuk moeilijker. Hele duidelijke features ontbreken. Het klimmen wordt moelijker en het plaatsen van tussenzekeringen kost meer tijd of lukt soms hele lengtes helemaal niet. Toch lukt het ons om grotendeels de juiste route te vinden, alleen de rode versnijding hebben we gemist. Waarschijnlijk hebben we we alleen die lengte anders geklommen. De hoogte begint ook zijn tol te eisen en de uren tikken snel weg. De hoop op een snelle beklimming hebben we allang moeten laten varen. Op een gegeven moment zegt Martin dat het nog 1 lengte klimmen is naar de topgraat. Ik lach en schat het op nog zeker 2 lengtes. Een halve touwlengte later staat Martin op de graat. We kunnen het de verhoudingen na een dag klimmen niet meer goed inschatten.
De top van Mont Pelvoux!
De topgraat is smal en ziet er indrukwekkend uit. Toch blijkt het klimmen op de graat erg mee te vallen en 10 minuten later staan we op de top. Eindelijk kunnen we even zitten, wat eten en drinken en maken een topfoto. Zonder topfoto is het namelijk niet gebeurd. We binden de stijgijzers onder en beginnen aan de afdaling. Er zijn verschillende mogelijkheden, geen een is kort of makkelijk. We kiezen, ondanks het steenslaggevaar, voor Couloir Coulidge. De lengte van het couloir hadden we niet opgezocht, maar aan de hand van een foto dachten we hier wel in 20 minuten doorheen te kunnen stampen. Het kostte ons anderhalf uur om de 500 meter sneeuw af te dalen! Het couloir was langer dan verwacht en door de zachte sneeuw konden we niet voorwaarts naar beneden lopen. Maar goed, ook hier kwam een einde aan en tegen 22 uur hadden we alle moelijkheden achter ons gelaten. Vanaf hier was het alleen nog “maar 1800 hoogtemeters afdalen”.
Martin stelde voor om te bivakkeren en de volgende dag verder af te dalen. Voor hij was uitgesproken wees ik al een plek aan waar we wel konden slapen. Een discussie was niet nodig. Een grote (te kleine) platte steen (die niet plat genoeg was) bood een enigszins vlakke ondergrond om op te slapen. We hadden beiden nog 1 reepje en wat water en toen dat op was vielen we in een onrustige slaap.
Ontbijtje?
De volgende ochtend liepen we naar de Pelvouxhut om daar een ontbijtje te scoren. De huttenwaard hield er duidelijk een andere definitie op na en ontbijt werd een kop koffie en een Lion. Ieder 1, dat dan weer wel. Een paar uur later kwamen we aan op de camping en konden we genieten van een mooie beklimming. Martin ziet bekenden en gaat op de koffie, ik crash voor de tent en val vrijwel gelijk in slaap.
Wat aanvullende informatie
We hebben de Mont Pelvoux beklommen via de 1100m lange noordgraat. Omdat de gradatie maar D+ is, zou je de indruk kunnen krijgen dat dit een makkelijke route is. Vergis je hier niet in, het is echt een grote route. Hoewel de moeilijkste lengtes slechts 5+ zijn, moet je dit wel kunnen soleren omdat het erg lastig is tussenzekeringen te plaatsen. Tel daarbij op dat het routeverloop bovenin onoverzichtelijk is, de rots niet altijd even vast zit, de afdaling lang en/of complex is, je geen bereik met je telefoon hebt en dat afdalen over de route niet aan te raden is.
Met Martin beklom ik 2 jaar geleden de Innominata op de zuidwand van de Mont Blanc. Lees hier het verslag daarvan. En afgelopen februari klommen we samen de geweldige waterval Repentance Super in Cogne. Op Martin’s website staat hier een verslag over.
Mont Blanc – Innominata
Mont Blanc – Innominata (IV D+, 4810 m)
Courmayeur – 17 augustus 2016
Mont Blanc – Innominata
In 2004 stond ik voor het eerst op de top van de Mont Blanc. Het was een lange en vooral erg koude en winderige beklimming geweest via de Trois Monts Route. Op de top waren we een poosje alleen, tot er nog 2 jongens aankwamen van de andere kant. Zij hadden de Mont Blanc beklommen via de “Innominata”. Die naam klonk erg mystiek en thuis ben ik die toen gaan opzoeken. Een van de mooiste graatroutes van de Alpen door de zuidwand van de Mont Blanc vanuit het dal met rotspassages en messcherpe graten. Vanaf dat moment stond de Innominata op mijn to-do-list.
Afgelopen week vertrok ik met Martin naar Courmayeur. Ons plan om de Walkerpijler op de Grandes Jorasses te klimmen ging niet door, door de recente sneeuwval. Samen hadden we een nieuw plan gesmeed, wat zeker net zo mooi was. Eerst de Pilier Rouge du Brouillard klimmen en daarna de Innominata. Eindelijk!
Monzinohut en Ecclesbivak
De eerste dag hebben we in een kleine 2,5 uur naar de Monzinohut gelopen. Vanuit het dal kun je hem al duidelijk zien liggen op een groot rotseiland. Het laatste deel van de route gaat via een klettersteig. Lekker met bijna 20 kg op je rug…
De tweede dag stond in het teken van het bereiken van het Ecclesbivak. Vanuit de hut is dit tussen de 4 en 5 uur lopen. Het eerste deel gaat over een aardig pad en daarna door wat puin. Het tweede deel gaat over de Brouillardgletsjer en die ziet er fantastisch uit. Het spoor slingerde zich tussen grote spleten en seracs door. Puur genieten!
Op Pointe Eccles vind je twee bivakhutjes. Omdat we bij de onderste al mensen hadden gezien, kozen we gelijk voor het bovenste bivak. Een goeie keus bleek later, we hebben beide nachten het bivak voor onszelf gehad.
Pilier Rouge du Brouillard – Bonatti-Oggione
Na een onrustige nacht stonden we niet al te vroeg op. Het doel was de Bonatti-Oggione op de Pilier Rouge du Brouilard, op nog geen uur afstand van het bivak. We daalden af naar de gletsjer en liepen richting de pijler. Al snel werd ons de weg afgesneden door een enorme gletsjerspleet die over de hele breedte van de gletsjer liep. Je kon alleen via een abseil van ongeveer 8 meter beneden komen. Gelukkig heeft iemand daar een vast touw opgehangen, dus konden we wel weer terugkomen bij het bivak.
Het klimmen op de pijler bleek fantastisch te zijn op het beroemde rode graniet. Helaas was het na de zesde touwlengte volledig dichtgetrokken en hing er onweer in de lucht. Zonder er veel woorden aan vuil te maken besloten we om af te dalen. Zonder problemen kwamen we weer terug bij het bivak en de rest van de dag besteedden we aan rusten, drinken en eten.
Mont Blanc – Innominata
Om het steenslaggevaarlijke couloir halverwege op tijd te kunnen oversteken, hadden we de wekker op 3 uur gezet en konden we even voor 4 uur vertrekken.
De maan zorgde voor een mooi schouwspel. Eerst daalden we weer af naar de gletsjer en daarna rechts omhoog naar Col Eccles. Hoppa, hier hadden we de eerste messcherpe graat al te pakken! Dan wat eenvoudige klauterij naar wat wij de sleutelpassage vonden. In de topo staat een rotspassage genoemd met een waardering van 5b. Normaal gesproken klim je dat op 1 arm en 1 been nog wel. Maar deze nacht hadden we er beiden erg veel moeite mee. Was het de duisternis, de zware rugzak, de hoogte, de D-schoenen, het vertikale, de kou aan onze blote handen of misschien alles bij elkaar? Het kostte ons in ieder geval meer moeite om boven te komen dan ons lief was.
Dan even aan de Peutereykant klimmen om daarna via een soort gat weer terug te komen aan de Brouillardkant. Hier kwam juist de zon op en dat zorgde voor een waanzinnig schouwspel.
Na afwisselend rotspassages en sneeuwgraatjes te hebben geklommen, kwamen we bij het couloir aan. Het was gelukkig nog zo koud dat er geen steenslag was. Zo snel mogelijk klom ik naar de overkant en dook daar het sneeuwcouloir in dat uiteindelijk naar de Brouillardgraat leidt.
Eenmaal op de Brouillardgraat aangekomen bleek er een lekker fris windje te waaien. Regelmatig moesten we onze bewegingen timen op de wind om niet om te vallen. Nog een paar rotspassage’s voorbij en daar kwam dan eindelijk de top van de Mont Blanc in zicht. Twaalf jaar na mijn eerste kennismaking met de Innominata heb ik deze droom dan eindelijk kunnen verwezenlijken!
Afdaling
De afdaling bleek ook nog een paar gemene streken te bevatten. Ten eerste was het natuurlijk flink gaan waaien, maar af en toe zaten we vol in de wolken. Hierdoor was het zicht soms maar 20 meter. Vooral na de abseils vanaf de col van de Mont Maudit zaten we een tijd lang in een white out. Het spoor waren we tijdens het abseilen kwijt geraakt, maar dat kon ik na 10 minuten dwalen gelukkig weer terugvinden. Hier was het spoor inmiddels zo groot dat we het ook niet meer konden kwijtraken. Toen de wolk uiteindelijk weer weggetrokken was zagen we pas voor het eerst de enorme seracs van de Maudit waar we op dat moment onderdoor liepen.
Tijdens de afdaling hebben we de volledige alpiene weerservaring gehad, nl. hagel, sneeuw, wind, koude en zelfs nog een klap onweer. Gelukkig zette dat niet door en bereikten we veilig de Cosmiqueshut. Een waanzinnige ervaring rijker!